Les B05 Preludes

Letterlijk betekent Prelude voorspel. 

Voor Orgel

In eerste instantie was het voor orgelmuziek een soort vingeroefening voor de rechterhand (ook wel geïmproviseerd) om een beetje in te spelen. De eerste vorm komen we tegen in 1448 (er waren toen al orgels).

We gaan preambule 1 horen uit het Ileborg tablature (Kimbelry Marshall). In die tijd werd de muziek wat anders genoteerd dan tegenwoordig.
Al gauw werd de formule overgenomen voor snaar instrumenten. De luit was destijds het populairst.

Joan Ambrosius Dalza maakt vingeroefeningen voor de LUIT (1508): “Tastar de Corde”. Ook hier een soort van vrije oefening op de LUTE/LUIT

Tokkelen op 4 paren van 2 snaren (totaal 8), later naar 14 en zelfs 16 (theorbe) snaren. Het zag er als volgt uit (Frans Hals, Holbein: let op die knik in de hals en de bladmuziek):

Preludes voor Clavecimbel

In de Barok was het Louis Couperin die de Preludes in zijn Suites verwerkte (Suite=reeks dansjes). Veel versieringen, maar toch melodieuze muziek.

Het waren vaak maatloze stukjes die Preludes. Je moest er zelf maar wat van maken. Onderstaande partituur laat zien hoe "vrij"dat eruit zag:

We gaan een Prelude uit zo'n suite horen op Klavecimbel door Christopher Hogwood van Couperin.

In 16de eeuw barst de hel los in Frankrijk. 

Heel veel componisten beginnen suites te schrijven die begint met een prelude. Door de opkomst van het clavecimbel doet iedereen daar zijn ding op (tekst op deze barok clavecimel: zonder kennis, stelt kunst niet voor (Da Vinci); dum vixi tacui mortua dulce cano: toen ik leefde zweeg ik, nu ik dood ben, zing ik)


Couperin, Rameau hebben veel gecomponeerd. 

Van Élisabeth Jacquet de la Guerre (een rijke dame zie foto) horen we haar prelude (Genvieve Soly op clavecimbel).

Het waait over naar Duitsland

Dietrich Buxtehude en Johann Caspar Ferdinand Fischer waren de eersten die in Duitsland hun preludes schreven.  Fischer was de eerste die hele sets tegelijk schreef!! Johan Sebastiaan was dus zeker niet de eerste. Fischer schreef een set van 20 preludes in de gewone toonreeks en twee extra. De Ariadne Musica: met een labyrinth van toonsoorten waarin de preludes zijn geschreven. We gaan nr 3 horen voor orgel: een prelude met een fuga door Elisabeth Foyé op orgel.

Kampioenpreludeschrijven was natuurlijk Johan Sebastiaan Bach. Hij deed er wat schepjes boven op. Hij schreef voor iedere toonsoort een mineur en majeur versie (dus 24) en later nog eens een boek II. Het gaat door het leven als ”Das Wohltemperierter Klavier I en II”

Cgroot; c-klein; Cis-groot; cis-klein; D-groot; d-klein: totaal 24


Het heeft de toon gezet voor talloze uitvoeringen en andere sets

We gaan van Bach een preludes+fuga’s horen: Voor piano: veel interpretaties! (we horen Glen Gould met Nr2. uit boek 1 en RICHTER met dezelfde, maar dan veel sneller gespeeld)

Let eens op de houding van die mannen:


Gould zit extreem laag Richter normaal. Grappig is nog te vermelden dat Richter meestal van bladmuziek speelde terwijl de meeste toppianisten uit het hoofd spelen. We horen nu ook ook de 12de uit boek I. Gewoon omdat hij zo mooi is.

Het hek is van de dam

Velen doen Bach na zoals bijvoorbeeld Casimir Ney (altviool), die preludes voor viool schreef.


Frederik Chopin schreef er ook 24 (in 1834), maar dan in kwinten volgorde. Dus Cc; Gg; Dd en helemaal rond (dat heet overigens de kwinten cirkel).


Het is de wens van vele pianisten om dit te kunnen spelen. Ik laat er een paar horen gespeeld door Alexandre Tharaud.


De #15: regendruppel prelude heeft voortdurende een As/Gis in de ondertoon. Die druppel dus.

Het hele ALBUM.

Andere bezetting

Holberg Suite (uit Holberg’s (humanist) tijd) (1884) van Grieg was oorspronkelijk voor piano, maar Grieg heeft er zelf een versie voor strijkorkest van gemaakt.


Ik laat de piano (Christian Hadland) versie en de orkestversie (Orch. St Martin in the Fields) van de  prelude horen. Je hoort dus dezelfde muziek voor orkest in een veel breder palet van muziekkleuren.

De beruchtste misschien wel

Is die van Rachmaninov: In Cis-klein Opus 3 nr.2 (Lukas Geniusas Piano). Het is magistraal hoe Rachm in het slot de luisteraar aan het lijntje houdt.


Impressionistische Preludes

De Preludes van Claude Debussy. Het is een van de meest toonaangevende series in de klassieke muziek. Waarom: omdat het zo vernieuwend is.

Debussy ontwikkelde met zijn muziek een nieuw “idioom” in klank. De muziek is berenmoeilijk. Pas nog in de Vereeniging te horen (Boek II) geweest.

Geen bepaalde toonsoort volgorde overigens, wel “beelden”/impressies


We gaan er een paar horen: Book I (Bärenbaum)Voiles (hele toonsoort), Danse de Puck (vrolijk) 

Deel II (Yuri Egorov, te vroeg aan aids doodgegaan): Feuilles Mortes, en Vuurwerk

Dimitri Shostakovich

Ook 24 preludes volgens de Kwinten cirkel, van C naar G (en de kleine toonladders)

Geïnspireerd door Bach en vanwege een reis naar Parijs waar een Russin met WT van Bach een prijs won.


Samengevat

De Prelude is kleine muziek en door ieder componist wel aangegrepen voor een cyclus. JSB (Barok) is wel de bekendste met Chopin (Romantiek) en Debussy (Impressionistisch).

Het levert opnieuw een doorsnede van de Renaissance tot de 20ste eeuw van de westerse muziek.







Reacties

Populaire posts van deze blog

J02 Franz Liszt

J01 Met Maria op stap

I01 Saint-Saëns