C01 Ludwig van Beethoven

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

Ludwig wordt in 1770 in Bonn geboren. Zijn vader was een hofzanger (Johann) en zijn grootvader (ook een Ludwig) was dat ook. Zijn voorouders kwamen uit Vlaanderen (vandaar dat ”Van Beethoven”).


Zijn moeder was Maria Magdalena Keverich. Ze was al vroeg weduwe, maar stierf zelf ook al vroeg aan tbc.

Ludwig bleek muzikaal en moest als zijn vader bezopen thuiskwam, voorspelen. Dat leverde een ingetogen en bangig jongetje op.


Hij speelde op 11-jarige leeftijd de preludes en fuga’s van Bach uit zijn hoofd. Papa zag zo’n wonderkind wel zitten! Geld!!

Ludwigje kreeg les bij Christian Neefe. Hoforganist en dirigent (Kapelmeister) in Bonn en mocht al vroeg voor hem invallen (Bach interesse…)

Toen hij 11 was trad hij op voor Willem V in Den Haag. Toen hij 13 kreeg hij al een aanstelling en komponeerde hij zijn pianoconcert (13/14). Je hoort hier eigenlijk nog een geen Beethoven maar een Mozart/Haydn klank. Jullie horen een stukje uit het derde deel. (Rondo, Allegretto door Mari Kodami) van zijn "nulde" concert. Ter vgl. pianoconcert Nr.5 deel 3 ("Emperor" door Krystian Zimmerman), dat is andere koek. De volledige concerten in het Album: Nulde, vijfde pianoconcert.


Wenen was de muziekstad en Ludwig wilde erheen om Mozart te leren kennen. Hij ging erheen maar Wolfgang heeft hij wsch nooit ontmoet, want mama ging vroeg dood (1787, nadat ze 7 kinderen had gebaard). Papa was ook aan lager wal (dood in 1792) en Ludwig had de financiële zorg over zijn 2 nog levende broertjes en Mozart was zelf ook al vroeg heengegaan (1791).


Ik bedoel maar: ruim 200 jaar geleden was het leven voor de meesten geen pretje.

In 1792 (22) gaat hij opnieuw naar Wenen (om zijn geld te verdienen) en neemt les bij Haydn. We zouden Beethoven kunnen omschrijven als een “angry” man: Bozig ontvlambaar, wantrouwend. 


Ludwig begint nu wel te componeren. Schrijft zijn eerste echte pianconcerto en zijn pianotrio’s: Piano, viool, cello. We gaan het derde trio (Allegro Con Brio, Trio Leos)  horen. (1894, 24jr). Onmiskenbaar Beethoven. Het Album met volledige trio's)

Er klinkt een grote gedrevenheid in zijn werk. Ook een zekere “boosheid”. We noemen de stijl: Sturm und Drang. Overigens klinkt dat nog niet zo hard door in dit werk.

Ludwig vestigt zich in Wenen en wordt populair. Hij ziet zich vooral als performer en veel Weners zien hem als “opvolger” van de overleden Mozart.


Er is intussen wel een dingetje: Hij vindt dat zijn gehoor minder wordt en dat is erg lastig voor een uitvoerend musicus. Je wordt er nog meer chagrijnig van, zeg maar.

Vanwege zijn stijgende populariteit, kan hij beter onderhandelen over het werk wat hij zelf mooi vindt. Dus geen opdrachten van de rijken, maar eigen maatwerk….. Beethoven wordt wel de eerste echte ZZP-er genoemd. Zijn broer Karl helpt hem met het management.

Rond de eeuwwisseling (1800) huurde hij concertzaal af en was hij “erkend”, terwijl zijn werk uitgegeven werd.

We gaan iets horen van zijn EROICA (1803/04) symfonie (I. Allegro con Brio): Eerbetoon aan Napoleon totdat hij zich 1804 tot keizer kroonde en Ludwig zo nijdig was dat hij in het origineel zijn naam doorkraste en een gat in de partituur maakte


Het album met Gustavo Dudamel en zijn Venezolaanse Symph. Orch. met de hele 3de Symfonie 

Zijn vrouwen

Ludwig was met zijn vernieuwende muziek die hij zelf speelde behoorlijk populair bij de vrouwen, die hij ook vaak les gaf. Vaak schreef hij brieven en probeerde hij met zijn composities te imponeren.  Van blijvende en langdurige relaties lijkt geen sprake te zijn geweest. Misschien vonden ze hem te nors.

 

Countess Josephine Brunsvik (er zijn 14tal liefdes brieven gevonden tussen 1804 en 1809). Ze had al vier kinderen en durfde het niet aan met Ludwig (beneden haar stand), er gaan geruchten over een “liefdeskind”


Ook Countess Giulietta Guicciardi (1801/1802) was boven zijn stand, maar hij weidde wel de Monschein sonate aan haar. 


We horen hier de hele sonate in Cis-klein, door Daniel Baerenbaum) met het langzame eerste deel en het onstuimige derde deel. Ja dat imponeert wel!


Zo was hij ook verlekkerd op Marie Bigot, maar die was rijk getrouwd. En vroeger wisselde je niet zo gemakkelijk. Ludwig droeg de “Appasionata” aan haar op. We horen het eerste deel (Allegro Assai) gespeeld door Alfred Brendel.


Elisabeth Röckel ontmoette hij  in 1808/1810 (ze was dus 17!). Het werd een goede vriendin die aan zijn sterfbed stond: hij gaf haar een lok van zijn haar en zijn laatste pen (romantisch!). En wat interessant is: hij droeg “für Elise” (door Brendel) aan haar op (volgens de laatste theorieën). Misschien wel het meest bekende stukje piano dat we kennen. 


We kunnen eigenlijk stellen dat Ludwig niet zo veel geluk had in de liefde. Vaak te hoog gegrepen, al getrouwd of geen click (Liszt had hetzelfde probleem).

Grote werken

We kunnen er niet omheen Ludwig schreef grootse werken:

9 symfonieën, 5 pianoconcerten, 1 vioolconcert, 1 opera. Ze waren destijds grensverleggend. 

Ik laat Symphony 5 (1804-1808) deel 1 horen (met Bamberg Symph. Orch), gewoon omdat hij zo beroemd is met zijn  Tatata-taaaa. Een uiterst kort thema wat in allerlei hoogtes terugkomt. We noemen het ook wel “de noodlot” symfonie (fate, Schicksall). Het is gewoon boeiend om naar te luisteren. De hele Symphonie.

Het is gecovered door heel pop-groepen en iedereen kent het (een fragment met Walter Murphy).


Het Vioolconcerto in D-groot had Ludwig (1806) voor zijn vriend Hans Clement geschreven. Die had te weinig tijd en het stuk verdween in een la. Felix Mendelssohn vond het terug (1844) en nu is het ook zeer populair. Je hoort deel III met Janine Jansen met een uiterst bekend thema.


Fidelio/Leonore Opera: zijn enige opera. In drie versies geschreven (1805/1815). Het stuk refereert ook aan VRIJHEID en politieke gevangenen. Het was eerst te lang en is ingekort. De laatste versie was een succes, maar Ludwig werd dover en dover. We gaan de “ouverture” (Harmonia di Fiori) horen (hij heeft er vier versies van geschreven!)

Doof

Er zijn diverse theorieën over wat voor soort doofheid Ludwig had, maar zeker is dat hij in zijn laatste levensjaren geen fluit hoorde.  Terwijl hij toch bleef componeren. Dat is natuurlijk onvoorstelbaar, dat je het puur van je innerlijke gehoor moet hebben. Het vertelt natuurlijk wel iets over het genie Ludwig van Beethoven.


Zijn negende symfonie (1822/1824) kon alleen met zijn vriend Michael Umlauf worden uitgevoerd. In Wenen werd tijdens de première het grootste orkest met koor opgesteld. Ludwig stond wel op de bok, maar Michael deed het eigenlijke directie werk met hulpdirectie. Toen het stuk uit was stond Ludwig nog te zwaaien, maar het  Weense publiek was totaal overweldigd.


Het publiek wist van zijn doofheid en zwaaide en gooide met hoeden en zakdoekjes om hun respect te tonen aan de dove Ludwig

We gaan een stuk uit het laatste deel (op 15’43”) horen “Ode aan die Freude”. Het meest gespeelde concerto aller tijden (in Japan vooral!!). Het klinkt overweldigend. (De hele 9de symfonie met Riccardo Chaily)

In stilte

In totale stilte schreef Ludwig zijn Pianosonate opus 111 (1822), De Diabellivariaties en zijn strijkkwartetten. 


Een stukje van die sonate (deel 2: ‘t lijkt wel Jazz!) door Ivo Pogerelitz

Die strijkkkwartetten lijken op moderne 20ste eeuwse muziek. Schubert/Schumann en vele anderen waren verbijsterd door de kracht van deze innerlijkheid. We gaan luisteren naar 14de kwartet opus 131, Deel I: Adagio ma non troppo (1826).  Schubert zei ervan: Wat valt er nog te componeren. En het hele album met het Alban Berg Kwartet.

Ludwig overlijdt op 26 maart 1827 in Wenen (56 jaar jong). Laatse wijn: Schade, Schade, zu spät. Er waren 20,000 mensen op zijn begrafenis. Hij ligt naast Frans Schubert ook zo’n held.

 




Reacties

Populaire posts van deze blog

J02 Franz Liszt

J01 Met Maria op stap

I01 Saint-Saëns