C03 Spaanse Muziek vanaf de Barok

We pakken de cursus weer op in Coronatijd, en keren terug naar Spanje. En we starten opnieuw met die Flamenco danseres, gewoon om er weer in te komen en omdat het zo mooi is! Allegria met Sara Baras


Na de barok ontstaat wat wij de periode noemen van de Klassieke Muziek. Deze muziek is dan weer de voorloper van de romantiek  Als voorbeelden kennen we Mozart, Haydn, Handel, Beethoven. Spanje heeft niet van die superboys voortgebracht. Het is vooral de in de romantiek (19de eeuw), dat Spanje zijn bekende Componisten heeft voortgebracht. Vanaf 1850 gaat het los, zeg maar. 

Klassieke Muziek

Een van de belangrijkste vertegenwoordigers is:

Juan Crisóstomo Arriaga (Bilbao:1806-Parijs:1826): De Spaanse Mozart. Ook wonderkind en ook op 27 januari geboren, maar wel vijftig jaar later!

Voordat hij goed en wel op dreef kwam aan het Parijse conservatorium stierf hij op 18 jarige leeftijd aan tbc.

We gaan gaan een stuk uit een van de strijkkwartetten horen. Hij was 16 toen hij ze schreef! Misschien niet zo melodieus als van Wolfgang, maar we zitten midden in de klassieke muziek van begin 19de eeuw. En een wonderkind was en bleef het. Je hoort heel erg Mozartiaanse klanken, die hij ongetwijfeld moet hebben gehoord. Toch klinkt de muziek heel fris.

We horen het Allegro con Brio uit het tweede strijkkwartet. Allegro betekent vrolijk levendig snel tempo, con brio is met vuur/met kracht, kortom een stevig stuk. Uitgevoerd door Casals Strijkkwartet (twee violen, alt viool, cello), vernoemd naar Pablo Cassals (beroemd Spaanse cellist). Link met het hele album met kwartetten van Arriaga.

Zarzuela

De Zarzuela is een inlandse opera vorm met gesproken en gezongen teksten. Het dateert al van de 17deeeuw, maar kwam vooral tot bloei in de romantische tijd (1850). Ook in de door Spanje bezette gebieden (Cuba) komt de Zarzuela voor. Dit genre vormt dus een mooie overgang van de klassieke muziekstijl naar de romantische periode

Met name in de romantische tijd staat de Zarzula symbool voor de vrijheid, zoals zoveel opera’s in Europa. In 1868 hadden we nl. de Spaanse revolutie die na wat gekissebis over de troon uitmondde in de Spaans republiek in 1873.

Er is een enorme lijst van Componisten/Librettisten uit deze periode. Men organiseerde ook korte voorstellingen. Goedkoop en eenvoudige producties. Dat was aantrekkelijk voor veel componisten

Eerst een stukje van Antonio Rodríguez de Hita (1722-1787): Briseida. Prachtige muziek (niet te onderscheiden van wat we gewend zijn!!): Aria: Amor Solo tu Encanto. (Teksten kon ik niet achterhalen, maar het klinkt erg Italiaans en ook naar Mozart. Overigens is Briseida een door Achilles ontvoerde slavin, waar op iedereen wel verliefd zal worden......

Romantiek

Vb: El barberillo de Lavapiés (1874) van FRANCISCO ASENJO BARBIERIWe horen een Jota. Het is bijna Italiaanse muziek maar nu van Antonio Ros Barba. Je hoort een snelle 3/4 maat van een uiterst populaire Zarzuela. Het speelt in Madrid, waar tandarts/kapper Lamparilla de maat neemt van regeringen, markiezen en markiezinnen. Het is een kleine bezetting, maar heel gezellige muziek. Overigens is de Jota een oeroude Spaanse dans, die iedere Spanjaard aanspreekt. Zeker zo populair als de flamenco.

Wil je meer horen van deze opera luister dan naar het album of YouTube 

De 19de eeuw: Romantiek en Impressionisme

Hier komen de componisten die we het beste kennen: Zij hebben voor ons Europeanen de Spaanse muziek het meest gestalte gegeven.: Terug naar de oude volksmuziek, stijlen en alles in nieuwe jasjes. We gaan ze Langs en horen hun muziek

Fernando Sor (Barcelona 1778-1839): Gitaar muziek

Dionisio Aguado y García (8 April 1784 – 29 December 1849): Gitaar

Martín Melitón Pablo de Sarasate y Navascués 10 March Pamplona 1844 – 20 September 1908): Violist

Isaac Manuel Francisco Albéniz y Pascual  29 May 1860 – 18 May 1909): Pianist

Enrique Granados Campiña (27 July 1867 – 24 March 1916) was pianist

Joaquín Turina Pérez (9 December 1882 – 14 January 1949)

Manuel de Falla y Matheu (Spanish 23 November 1876 – 14 November 1946)

Joaquín Rodrigo Vidre 1st Marquess of the Gardens of Aranjuez

Fernando Sor (1778-1839)

Zijn ouders in Barcelona vonden het maar niks dat hij aan muziek deed. Daarom vond hij zelf maar zijn muzieknotaties uit en schreef zijn eigen liedjes op Latijnse teksten (11jaar!)

De Abt van Montserrat hoorde hem en onderkende zijn talent. Hij mocht naar een koorschool voor het klooster. Van zijn ouders moest hij militair worden. Zo geschiedde. Hij had veel tijd en vrijheid voor het maken patriottische liederen (Napoleon tijd). Net zoals Ludwig van Beethoven omarmde hij de Franse Revolutie. Hij vluchtte voorgoed naar Parijs. Hij werd de Beethoven van de gitaar genoemd.

Hij verbleef ook in London en werd (achteraf!!) beroemd om zijn methode voor GITAARSPEL. Etudes in oplopende moeilijkheidsgraad….

We horen een oefening Op.35 door Tim Koronen. Het hele album

en een stuk uit een gitaar sonate (Op.15b in C-groot, door Diego Blanco). Heel vrolijke, voordrachtelijke muziek. Je hoort heel veel stemmen, en dat voor "een gitaartje"

Hij krijgt weinig erkenning en is erg bitter. Hij sterft aan keelkanker in 1839.

Dionisio AguadoGarcía  (1784-1894)

Geboren en Madrid en vriendje van Sor in Parijs. Sor componeerde zelfs een cyclus: Les deux Amis (een fragment: Mazurka)

Ook hij componeerde een gitaarstudie repertoire

Verder bleef hij zijn land trouw en stierf in Madrid

We horen escuala de gitarra in A-groot (school vd gitaar) door Alirio Diaz. Het valt op hoe "modern" dat ineens klinkt, dat is dus de Romantiek. Heel virtuoos

Een stuk  voor gitaar door Llario Lombardi, Op.2 nr.2, Andante en Rondo. Het andante (is wat trager) is een melodische intro op het snellere rondo, dat een soort van muzikaal gedicht is met allemaal een soort van versregel, dat kun je hier heel goed horen, met een terugkerende thema's, stukjes herhaling die aan elkaar geknoopt zijn.

Isaac Albeniz (1860-1909)

Geboren in Gerona, liep hij vroeg van huis weg en werd in Parijs geweigerd (te jong) voor het conservatorium. Hij speelde uitstekend piano.

Hij zou als verstekeling hebben gereisd naar Cuba, NY en SF, waar hij speelde (15jr). Maar omdat papa grensbewaker was, ging die toch vaak mee.

Hij leed aan een nierziekte en componeerde vooral pianomuziek, die door veel gitaristen zijn gearrangeerd.

Leuk is dat zijn achterkleindochter getrouwd is met Nicolas Sarkozy.

Fragment: asturias uit de Suite Espagnol voor piano (Yoko Suzuki) en gitaar (stukje met John Williams). Zeer bekend pianostukje dat als een gitaar klinkt. Velen spelen het. Het wordt steeds wilder, een pauze en dan nog eens....

Iberia: Prachtige Spaans klinkende piano Muziek. Een deeltje La Puerta (Alicia de la Rocha). Het is wat we echt als Spaanse muziek aanmerken. Albeniz heeft wat dat betreft veel bereikt......

Tenslotte De Tango uit Espana. Arr. Voor orkest (iedereen kent het), echte salonmuziek!

Enrique Granados (1867-1916)

Net een tikkie jonger dan Albeniz, maar ook een goed pianist, die goed improviseren. Francisco Goya (schilder) was zijn voorbeeld en hij schreef een pianosuite en een opera, die aan hem zijn gewijd. Het was ook de tijd van de pianola's met de planorollen. We horen "hemzelf" zijn eigen pianorol spelen (goed opgepimpt): Andaluza. Ook een zeer bekend stuk.....

Zijn einde kwam op zee toen het schip werd getorpedeerd. Zijn vrouw was te dik, en paste niet in de reddingsboot. Enrique bleef bij haar en ze verdronken.

Manuel de Falla y Matheu (1876-1946)

Opnieuw een component van het Spaanse impressionisme. Geïnspireerd door Debussy en Ravel

Ook hij studeerde in Parijs, maar keerde terug naar Spanje en vierde triomfen. Tijdens Franco’s regime toch naar Argentinië, zonder misschien duidelijk stelling te nemen. Een pensioen uit Spanje weigerde hij, maar werd er wel begraven: in Cadiz.

We gaan horen: uit Cuatro pieces Espanoles: Deel I: Aragonesa. De muziek wordt moderner en impressionistisch: Sfeertekening

Joaquín Rodrigo (1901-1999)

In Valencia geboren en overleden in Madrid. Hij was op driejarige leeftijd, vanwege difterie, blind geworden en is heel oud geworden!

Muzikaal begaafd en wild van Verdi. Supermuzikaal.

Zeer gelauwerd en onderscheiden en beroemd om zijn concert voor gitaar en orkest: Concerto d'Aranjuez (Plaats van het koninklijk paleis ten zuiden van Madrid). Met gitaar is natuurlijk lastig vanwege het enorme verschil in volume met het orkest. We gaan het horen: Deel 1 (Allegro con Spirito): Een flamenco achtig stuk (denk nog aan die dansende stampende vrouw). Deel 2 (Adagio) is natuurlijk het bekendst. Het is "gesprek met God" naar aanleiding van een verloren kind. Deel 3 (Allegro gentile). Het werk is van 1939. We horen het met John Williams en het English Chamber Orchestra.

Astor Piazzolla (1921-1999)

Echt de laatste die we bespreken. Hij komt uit Argentinië (Mar del Plata/NY/Buenos Aires). Astor was aanvankelijk bezeten van de Bandoneon, en speelde in verschillende orkestjes, terwijl hij ook het eea componeerde. Adios Nonino (Dag opaatje) was in NL populair tijdens.Maxima/Willem met Kraaijenhof (ook bezeten van dit lied).


Het is eigenlijk een mooie compilatie van stijlen met een geniale melodie natuurlijk, geschreven nav de dood van papa. De stijl toch wel weer klassiek en heel herkenbaar. We horen een versie met de meester zelf op de bandoneon met allerlei instrumenten met ritmische begeleiding. Het liedje komt na een lange intro. En denk nog eens de traan

De flamenco

We eindigen waarmee we begonnen:

Flamenco’s werden overgeleverd en pas laat (19de eeuw) genoteerd door componisten. Het centrum ligt in Andalusië, maar iedere provincie heeft wel zijn invloed bijgedragen. Het is zelfs UNESCO werelderfgoed geworden.

Men gaat er van uit dat de Flamenco voortkomt uit de smeltkroes van de vele culturen die Spanje kent vanaf Arabische tijd tot heden. Zo komen de kringdansen uit Cadiz en wellicht van de Feniciërs (1200 BC) en ook de Grieken met op vazen afgebeelde Castagnetten zouden invloed hebben gehad, terwijl de Kithera uit de Romeinse cultuur kwam.

De moren heersten 700 jaar in Spanje, en dat heeft natuurlijk zijn stempel gedrukt. Hier ontstaat de luit met vier snaren (gitaar)

De zigeuners (gitanes) kwamen oorspronkelijk uit het oosten en namen de beweeglijke dansen mee (handen). De Flamenco is echter niet typisch vd zigeuners maar vooral een brede Spaanse beweging. Ze hebben wel later voor de verspreiding gezorgd (rondtrekken)

Er bestaan vreselijk veel studies over de oorsprong van het WOORD flamenco, maar dat voert wat ver.



Palos zijn de stijlen. Daar zijn er 50(!) van: ritmes, gedichten, dansvormen, ook zonder dans. Soms weet je geen eens dat het flamenco is!!

We eindigen met Angeles Toledano. Een bezeten zangeres.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

J02 Franz Liszt

J01 Met Maria op stap

I01 Saint-Saëns