E05 Het Machtighe Hoopje / De Vijf

 Het machtige hoopje is een groep van vijf Russische componisten, die allemaal tijdgenoten waren van Tsjaikovski. Het aardige eraan is, dat ze nagenoeg geen muzikaal onderwijs hadden genoten (geen conservatorium dus). Dat was natuurlijk ook lastig, want er waren weinig conservatoria.

Het waren: Mili Balakirev, Alexander Borodin, César Cui, Modest Moussorgski, Nikolaj Rimski-Korsakov. 

Het zijn, zo zal blijken allen lieden uit de hogere klassen, maar wel totaal verschillende carrières en levensstijlen. Waarbij ze de muziek vaak naast hun "baan" uitoefenden.

Het accent van de groep lag vooral op volkswijsjes en nationalistische ideeën. Ook dat was in die tijd gebruikelijk. Heel Europa worstelde tussen republieken en vorstendommen. ItaIië, België, Duitsland. Aanvankelijk wilden deze jonge mannen weinig van doen hebben met de Westerse en de geschoolde Tsjaikovski, maar dat veranderde later.

Het is interessant De vijf, zoals ze ook werden genoemd, stuk voor stuk te bezien, om zo een indruk te krijgen van de ontwikkeling van de Russische klassieke muziek, die zo anders is als de Amerikaanse. Die muziek was een etnische mengeling van Europese en Afrikaanse muziek.

De naam "machtige hoopje" werd in 1867 gegeven door een muziekcriticus Stasov, die het groepje in Moskou hoorde spelen hij schreef:

"God geve, dat onze Slavische gasten dit concert nooit vergeten. God geve, dat zij voor altijd in hun herinnering bewaren, over hoeveel poëzie, gevoel, talent en vakmanschap het kleine, doch machtige hoopje der Russische componisten beschikt"


Tijd dus om de Vijf te gaan bestuderen:

Mili Balakirev (Novgorod1837-St Petersburg 1910): Hij was de initiatiefnemer van het groepje.

Balakirev werd geboren in Novgorod (later Gorski) en dat was een grote stad ten oosten van Moskou. Hij was een rijkeluiskind (lage Russische adel) en ging naar een speciale school voor rijken. Er werd muziek (pianist) gemaakt en hij werd hier redelijk muzikaal gevormd. Van de vijf was hij het meest "opgeleid". Zijn hoofdvak, zeg maar, was Wiskunde en  hij maakte in St Petersburg zijn studie af.  Hij ontmoette daar Glinka en anderen van de "Vijf". Hij wilde vooral Nationalisme uitstralen en schreef volksmuziek. 

We horen een volksliedje (De hemelvaart van Maria): eerst het origineel gezongen, daarna de pianobewerking voor vier-handen


Hij moest niets hebben van het Russian Musical Society: te westers, niet nationalistisch. In feite was hij in die tijd antisemitisch en xenofoob (vreemdelingenhaat). Hij was een rare snijboon, die na een totale muzikale en geestelijke inzinking (1870), terugkeerde naar de muziek. Hij bezoekt waarzeggers en vlucht in de rechtste flank van de Grieks-Orthodoxie. Enfin hij krabbelt weer op maar blijft een chagerijnige man, die bij het ouder worden natuurlijk weer ouderwets wordt gevonden door anderen..... Maar hij was wel de man die het Machtige Hoopje oprichtte. We horen nog een stuk uit de ouverture over drie Russische volksliedjes. Beetje saai allemaal. 


We gaan naar nummer twee: Alexander Borodin (1833-1887). Hij was ook van adel, maar dan wel een bastaardkind. Alexander is de wetenschapper (chemicus) van het Hoopje

Hij wordt bij de geboorte ingeschreven onder een andere vader (bediende), die Borodin heette, terwijl zijn moeder zijn "tante" werd. Maar je kostje is wel gekocht onder dit gesternte. Hij studeerde geneeskunde en scheikunde en behaalt daarin de nodige graden (hij gaat ook op studiereis in West-Europa); ondertussen speelt hij cello. Hij publiceert wetenschappelijk werk en verwerft in de organische chemie ook roem en richt revens de Opleiding voor vrouwelijke Medische studenten op (hij wordt daar zelf professor tot 1885). Belangrijk!!
De muziek is natuurlijk zijn tweede passie. In 1862 ontmoet hij Balakirev waarvan hij de muzikale beginselen opdoet. hij mag dan nauwelijks geschoold zijn, maar zijn creativiteit is wel een orde groter dan van Balakirev. 
Zijn belangrijkste werk is de Opera Prins Igor, terwijl hij ook uiterst muzikale strijkkwartetten heeft geschreven (er is een ensemble naar hem genoemd).
We luisteren naar het Andante van zijn tweede kwartet door jawel Het Borodin Ensemble. Het is zo lyrisch en sommigen zullen het zeker herkennen met voortdurend overgenomen thema.
En dan Prins Igor. Alex heeft er zo'n beetje zijn hele leven aan gewerkt en het was dan ook niet af toen hij overleed. Rimsky Korsakov heeft het verder afgemaakt. Het thema is gebaseerd op een kopie van een oud episch gedicht "Igor Lied" (het origineel is verbrand) waar verhaald wordt over de strijd van steppenvolken waar Prins Igor de held is. Veel van dit soort documenten waren vervalst en dus dubieus, maar in dit geschrift wordt een zonne-ecclips beschreven die zoals veel later is berekend, echt moet hebben plaats gevonden.....
We horen het overbekende dans en koor: the Polovtsian Dance uit deze opera.
In 1887 overlijdt Alexander plotseling. Hij had cholera al een keer overleefd, maar had toch wel een zwakke gezondheid. Een hartstilstand werd zijn deel.

Op naar nummer drie: César Cui (Vilnius1835-StPetersburg1918). Cesar was de militair ingenieur onder het Hoopje. Zijn vader was een oorlogsgewonde officier uit het Napoleons leger en getrouwd met een adellijke Julia Gucewiz.  In 1851 ging hij naar de ingenieursschool in St Petersburg en werd expert in het bouwen van forten. In 1880 was hij zelf professor en kreeg in 1906 de rang van generaal. Tsarenzonen (Romanov's) behoorden tot zijn leerlingen.
Muziek was ook zijn tweede liefde en Balakirev onderwees hem daarin. Die kwam hij natuurlijk ook tegen in St.Petersburg. Was hij eerst pro-Hoopje (altijd spannend als je jong bent), later zette hij er zich tegen af. Hij had een scherpe pen en deinsde er niet voor terug eenieder het graf in te prijzen (Ook Rachmaninov, en die was al zo onzeker van zichzelf). Hij voelde zich eigenlijk minder "Rus" dan zijn vier andere vrienden. "Dubbelganger". Van de Vijf was hij eigenlijk met Balakirev, zijn pen was scherper dan zijn muzikale creativiteit. Toch was hij niet alleen in Rusland maar ook in Europa gevierd, waaronder de Belgische Gravin Mercy-Argenteau aan wie hij ook werk opdroeg. De engelse Wiki is een stuk milder over hem dan de Nederlandse! Zo slecht was hij nou ook weer niet.
We luisteren naar Prelude 9 (vd 25) uit 1903: een andante. Het hangt een beetje tussen Chopin en Schumann in (groot bewonderaar).
Een kort stukje Orientale 9 uit Caleidoscoop voor piano en strijker
Een lied: My Desire Allemaal heel klassiek en zeker niet "Nationalistisch"
En een kort stuk uit een Suite Concertante Op.25: een Canzonette
Cesar sterft blind aan een beroerte en is de laatste van het Hoopje en daarmee kreeg hij wel de erkenning, maar hij heeft vele collega's kapot geschreven, zeg maar

Modest Mousssorgski (Karevo 1839- St Petersburg 1881). Hij wordt dus geboren in Karevo in het  westen nabij Letland  en Litouwen. Zijn ouders zijn verarmde grootgrondbezitters en behoorden tot de adel. Zijn vaderlijke voorouders zijn traceerbaar tot in de 12de eeuw, zijn moeder was van arme adel, en  speelt goed piano. Als hij negen is speelt Modest al Liszt en geeft zijn eerste concertjes. Als hij tien is gaat hij naar eliteschool St.Peter in St Petersburg. Zijn ouders willen dat hij een militaire opleiding volgt om het imago van de familie wat op te pimpen. Hij gaat naar de cadettenschool en daar was het een sport om dronken van de champagne te raken. Omdat hij goed piano speelde en kon improviseren was hij een zeer gevraagd performer onder zijn vrienden. Hij studeert af en wordt keizerlijke garde officier. Kortom een baan.
Hij ziet er hier al belabberd uit...., maar de familie is tevreden.

In het militair hospitaal in St Petersburg ontmoet hij Borodin, die hem beschrijft als een super welgemanierde man (spic en span) die de vrouwen wilde verleiden met zijn uiterst zachte pianospel. Kortom het duurde even voordat hij naast zijn optredens ook iets ging componeren. Hij begint aan een opera, maar dat werd niks. Hij ontmoet Balakirev, die hem verder richting componeren wijst door samen Beethoven, Chopin en Schubert te bestuderen. Modest geeft zijn officiersbaantje eraan en wil zich geheel aan de muziek gaan wijden. Hij bestudeert ook zijn geschiedenis en wordt steeds nationalistischer oiv het "Hoopje" en gaat om met vele kunstenaars en ... drank.
We luisteren naar twee liederen uit 1866 (27jr):

Darling, Savishna, bright dove of mine, 

Fall in love with me, the stupid one, 

Caress me, the unfortunate one!

Oh, dove of mine, pure dove, 

Darling Savishna, sweet Ivanovna, 

Don’t be squeamish with me, a beggar, 

With my poor fortune!

I’ve been born for people to laugh at, 

For their fun and amusement!

They call me, Savishna, a woeful halfwit, 

And greet me as God’s own Vanya, 

Darling Savishna, sweet Ivanovna, 

And they treat God's Vanya with kicks, 

Honour me with cuffs on the nape, 

But on high days as they wear their Sunday best, 

And dress up with scarlet ribbons, 

They’d give some bread to halfwit Vanya, 

So God's Vanya is not forsaken.

Darling Savishna, bright dove of mine, 

Fall in love with me, the ugly one, 

Caress me, the lonely one.

How I love you, I can't put into words, 

Darling Savishna, trust me, if you will, 

Sweet Ivanovna!

Een ander lied is HOPAK. En hier zien we wat vaak bij Modest gebeurde: een andere componist gaat met zijn compositie aan de haal. We horen het (niet gezongen) lied gespeeld door Rachmaninov zelf!
In hetzelfde jaar ontstaat het orkestrale werk: Een nacht op een kale berg. Balakirev vond het niks en het is nooit tijdens het leven van Modest uitgevoerd. Het is een compositieset op basis van mythische slavische verhalen (heksendans op Midzomernacht). Het was Rimski Korsakov die het werk boven water haalde en bewerkte. Iedereen dacht dan ook dat het van hem was. We gaan een stuk horen. Bedenk dat zijn muziek door zijn latere bewerkers als geniaal werd beschouwd.

Modest raakt echt aan lager wal. Er zijn momenten van creativiteit, maar meer van dronkenschap en depressiviteit. Er is een piano-cyclus (suite) die hij in 1874 schrijft: De Schilderijen tentoonstelling. Het was opgedragen aan zijn vriend Viktor Hartmann (Schilder, architect). Het stuk begint met het thema dat de Promenade beschrijft wanneer je van het ene naar het andere schilderij stapt. Vervolgens gaan we langs de schilderijen en komen langs het ballet van de kuikens met voorspel van de promenade natuurlijk.
Het schilderij, dat is bewaard:

Het was Maurice Ravel die het werk voor orkest heeft bewerkt. En hoe! We gaan hier hetzelfde kuiken doen met voorspel! En de poorten van Kiev. Je hoort hier opnieuw de promenade met de finale! Overdonderend. En het schilderij (het is een ontwerp v Viktor Hartmann)

Het is 1881 en Modest lijdt aan toevallen en het Delirium Tremens is een feit. Volkomen aan lager wal geraakt sterft hij in hetzelfde jaar. Een paar dagen voor zijn dood maakt schilder Repin nog een portret van Modest in het hospitaal waar hij overlijdt.
Modest heeft dus heel weinig geschreven, maar wat hij schreef was geniaal.

We gaan naar de laatste van het machtige hoopje: Nikolaj Rimski-Korsakov (Tigvin 1844- Luga 1908). Hij komt voort uit een "bastaard"familie (zowel pa als ma). Aanvankelijk was Klaas meer geïnteresseerd in literatuur dan muziek, maar werd toch wel geacht in het leger te gaan. Hij gaat naar de marineschool (wiskunde en navigatie), maar de muziek gaat de boventoon voeren. 

Ook hij ontmoet Balakirev en gaat meer componeren terwijl hij intussen op de zeeën ronddobbert (1862/63). Tijdens het passagieren stuurt hij werk op naar Balakirev. Het is de eerste versie van zijn E-klein symfonie. Klaas vindt dat hij niet goed genoeg is, want hij is niet geschoold. Intussen koopt hij onderweg partituren en literatuur: Schiller, Goethe, Shakespeare en Berlioz. Hij vult zich met kennis zonder verder wat muziek te doen. Eenmaal terug in 1865 raakt hij weer oiv Balakirev en hij herschrijft zijn E-klein symfonie, die Balakirev (ook hij peutert er voortdurend aan) uitvoert. We gaan een deeltje horen uit deze symfonie horen en wel de versie uit 1886! Tja hij bleef peuteren.

In 1871 wordt Klaas benoemd aan St. Petersburg conservatorium in praktische compositie. Ze hadden daar wel behoefte aan vers bloed en van het "hoopje" was hij misschien wel de beste...Hij wist nauwelijks iets over intervallen en "contrapunt". Hij werkte punt intuïtief. Hij ging dus naar Tchaikovsky (zat in Moskou) om raad. Die zei: ga studeren (en Klaas was slim). Hij studeerde uit lesboeken en zorgde ervoor dat hij zijn studenten voorbleef. In feite was hij zijn eigen leerling. Hij trouwt (1872) met pianiste/componiste Nadezhda Purgold. Ze krijgen zeven kinderen (ook muziek etc.). Beetje Clara Schumann situatie, zeg maar. Ze corrigeerde zijn werk, traden samen op etc. Haar invloed op Klaas heel groot.

Hij wordt hoofd van de Marinierskapel en krijgt weer naval status. Zijn "Hoop" vrienden vinden te Duits worden qua compositie. Logisch, want hij had al die studieboeken gelezen.
Intussen helpt hij anderen van het Hoopje in het orchestreren van hun werk. En hij wil zelf ook wel eens wat. Hij wordt geïnspireerd door Duizend en Een Nacht sprookje en componeert zijn beroemdste werkt: Scheherazade. Het gaat hier om de wrede sultan en de lieflijke Scheherazade. We luisteren naar het eerste deel (Sinbad de Zeeman): Het donkere motief van de sultan (blazers) wordt direct gevolgd door het lieflijke vioolthema van Scheherazade. Overbekend, maar mooi! De sultan had de onhebbelijke gewoonte de vrouwen om te brengen na een nachtje pret etc.....
De opera's worden hier nauwelijks uitgevoerd. Het libretto moeilijk te volgen in het Russisch.

We gaan ook zijn BACH werk horen. Klaas had veel geleerd en wilde laten zien dat hij op het thema BACH een fuga kon maken. Dat gold voor zijn strijkkwartetten (1876). We gaan een stukje horen.


Aan het eind van zijn leven besteedde Klaas veel aandacht aan het herschrijven, van Borodin en Moessorgski. Hij droeg eraan bij dat hun werk in feite voor het grote publiek is bewaard gebleven.
We luisteren naar nog een bekend werk: De Vlucht van de Bij. Het komt uit een tsaren sprookje en wordt ook vaak als toegift gespeeld: Viool of piano. Virtuoos is het!
In 1905 maakt Klaas de revolutie mee. Hij probeert zich in de puinhopen te handhaven. Hij wordt ontslagen, maar blijft lesgeven. Zijn anti-monarchistisch: "Le cocq d'or"  wordt na zijn dood uitgevoerd. We horen "Hymn to the sun". Het lijkt allemaal lieflijk, maar in feite is er satire.

Heil aan jou, zon van vlammen!

Kom je naar ons terug vanuit het oosten,

Van het zoete land dat mijn ziel dierbaar is,

Van zijn lachende landschappen?

Ah! Vertel me over de verse rozen

En brandende leliestruiken;

Mooie vogels rusten,

Bij meren omzoomd met irissen!

Die zingen naast meren omzoomd met irissen!

Vertel me: 's avonds, bij de fonteinen,

Wanneer elke schoonheid een lied zingt

Van extase of van liefdevolle pijn

die stijgt naar het rode firmament,

Zien we altijd, onder hun grote zeilen,

Hun ogen glimlachen naar de knappe dappere,

Wie, in de nacht bezaaid met sterren,

Zal komen met een heimelijke en langzame stap?

Komen we wachten bij het raam,

Het waakzame oog, het bevende hart?

Nauwelijks hebben we het zien verschijnen,

Weet jij de gelukkige minnaar te charmeren?


Klaas leed aan Agina Pectoris en de roerige tijden zullen hem geen goed hebben. Hij sterft in 1908 en ligt begraven naast Borodin en Moessorgski. Zijn vrouw en kinderen hebben zijn nalatenschap veiliggesteld.

Reacties

Populaire posts van deze blog

J02 Franz Liszt

J01 Met Maria op stap

I01 Saint-Saëns