F02 Het Verenigd Koninkrijk en de Barok
Eigenlijk is het in de muziekwereld een grote geleidelijke overgang van het ene naar het andere muziek genre. De barok muziek is een uitwerking van de renaissanceklanken, waarbij er over het algemeen veel versieringen zijn te horen. We zien vooral 17de eeuw als de baroktijd, waarbij Bach dus een late barokker is (1685).
Ook hier is het rijtje aanzienlijk, dus het is verstandig ons te beperken tot drie personen, waarbij de reus Händel de meeste aandacht zal krijgen. Purcell wat minder en zijn leermeester John Blow het minst. Daar beginnen we dus mee: John Blow (1649-1708).
Van hem weten we niet zo veel. Hij had een graad (1678) in de muziek (toch wel mooi dat ze in die tijd een muziekopleiding hadden). Hij was verbonden als organist aan de Westminster Abbey en diende onder James II. Kerk en staat waren in UK verbonden sinds Hendrik VIII (1491).
Blows bezat veel huizen, maar moest toch wel plaats maken voor zijn leerling Purcell. Hij is begraven in Westminsterabbey (chique dus).
De tweede in de rij is dus Henry Purcell (1659-1695, 37jr jong). Hij is tien jaar jonger dan John. Hij wordt als een van de bekendste engelse componisten genoemd en is typisch een overgangscomponist. Hij werd geboren in London-Westminster en was omringd door een muzikale familie (broer/papa). Papa ging wel vroeg dood en zo werd hij door een oom (Thomas) opgevoed. Henry woonde op een steenworp van de Abbey en kreeg als koorknaap zijn eerste muzikale scholing (tot de baard in de keel kwam...). Daarna werd hij het hulpje van de orgelbouwer (John Hingston). Zijn leraren werden dus John Blow, Turner en Humfrey (die scharrelden hier ook rond). Op zijn elfde maakte hij al zijn eerste composities. Hij rolde dus gestaag in de composities. Zijn werk is gecatalogiseerd door Franklin Zimmerman (USA, 1923), waardoor zijn werk een Z meekrijgt en wordt onderverdeeld in categorieën.
We beginnen gelijk maar met een van de bekendste werken uit Dido en Aeneas (Liefdes Tragedie): Didos Lament. Eerste uitvoering in 1687 te London, daarna verdween het van de planken en werd later natuurlijk vaak uitgevoerd. (na 1895). De opera was geschoeid op Italiaans stijl met veel geklets: recitatief.
Als we nog eens goed kijken (luisteren) naar dit lied, dan zien we een "plan". Purcell was in staat om de woord emotie om te zetten in muziek. De Engelsen moeten dat "word painting". Nou moet je wel verschrikkelijk fanatiek zijn om dat fatsoenlijk te begrijpen we kunnen wat voorbeelden herkennen: mineur met de dood, verwachting met septiem klanken, vrolijk majeur. En dan die baslijn in het lied. Een chromatisch loopje dat in de jazz niet zou misstaan. Hier dus vroege barok!! Die uitgewerkte muziek is typisch een barokke afwijking....
Henry gebruikte als het even kon het complete registers van zangers. Een mooi voorbeeld is They that go down to the sea in ships, waarbij een bas genaamd "Gostling" de volle twee octaven benut. Het was een danklied vanwege de redding van Charles II.
Purcel had ook zwarte humor, getuige het liedje Pox on You (krijg de pokken..), waarbij drie mannen in een zangtrio staan te boeren en te ruften. Realiseer je dat in die tijd de kans op pokken en andere ellende niet klein was. Bedenk ook dat Purcell heel veel gewijde muziek heeft geschreven. Eigenlijk schreef hij in ieder genre, waarbij zijn Dido en Aeneas het belangrijkste werk was. Het was een druk baasje: als organist in de Westminster Abbey,
operaschrijver en het voltooien van Koninklijke opdrachten voor kroningen en verjaardagen. We gaan een stukje uit zo'n ode horen: Sound the Trumpet. Het begint hier ook met een voortdurende baslijn en ze zingen als een Trumpet (wordpainting!). Het was voor de verjaardag van Queen Mary (die van ons) in 1694 (haar sterfjaar).Hij schreef dus ook haar begrafenismars.Henry heeft dus heel veel opera's geschreven, zoals het koningsdrama Abdelazer. We kennen het stuk van "Jonge mensen op het concertpodium": Het Rondo (voortdurend terugkerend thema).
Händel (1685-1795).Georg Friedrich is weliswaar van Duitste komaf, maar wordt in het VK als een eigen (ere)burger beschouwd. Hij is genaturaliseerd en ligt ook in Westminster begraven. In hetzelfde geboren als JS Bach in Halle (Maagdenburg). Zijn vader was kapper/chirurgijn die aan het hof terecht kwam. Halle was welvarend en Sjors ging naar het gymnasium zo meldt zijn biograaf John Mainwaring. Schreef echter veel onzin van die man. Maar we hebben niet veel anders. Er wordt "romantisch" verhaald van de tegenwerking van papa van Sjors' zijn passie voor muziek. Hij moest ook het chirurgijnsvak in.
Hij speelde vroeg zeer verdienstelijk (8-10jr) clavecimbel en werd opgemerkt door Graaf Adolf (het wordt zijn "beschermheer").Hij krijgt orgelles van Friedrich Zachow. Wsch zijn enige echte leermeester in compositie en stijlen (fuga, contrapunt).Sjors blijkt heel goed te zijn. Zelfs Telemann komt naar hem (16jr) luisteren in Halle!
Van zijn vader moet hij rechten gaan studeren, maar hij houdt zijn baantje als organist in Halle (Zachow vond dat wel handig).
Intussen speelt Sjors ook viool en Hobo (zijn lievelingsinstrument).Het is onduidelijk wat Handel in die tijd componeerde. Wellicht enige fuga's en cantates vanuit zijn orgelfunctie. We weten het niet goed. Hij verveelt zich toch wel in Halle en gaat naar Hamburg en wordt 2de violist in orkest daar en ontmoet daar natuurlijk ook weer musici. Het wordt tijd voor zijn eerste muziek: En dat is Almira een Singspiel. We horen een Sarabande,een traag stuk, maar wel heel melodisch en bekend overigens. Er bestaat ook een gezongen tekst op..... Het valt op dat Sjors al heel snel en vroeg in staat is om opera muziek (42!) te schrijven: dus voor grote gezelschappen. En dan ook nog bakken aan oratoria en cantates.
Hij wordt uitgenodigd om naar Florence te komen. Een soort grand tour dus. Het is 1706 en Sjors is 21jaar. Hij reist er ruim drie jaar rond als muzikant, klavecinist etc. Wat hij precies allemaal heeft uitgespookt weten we niet. Geen operahuizen in Rome terwijl hij er toch vertoefde. Hij schreef er het Dixit Dominus (De Heer zegt:.... Psalm 109). De torrente in via bibet, propterea exaltabit caput. (Hij zal op den weg uit de beek drinken, daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen.). Prachtig hoe de sopraan uit het intro opduikt en daarna de tweestemmige dissonanten in elkaar vervloeien. Het laat ook zien dat de Lutherse Handel voor iedereen voor elk wat wils kon componeren, terwijl hij zich eigengereid (zeg maar arrogant opstelde), zo zal later wel blijken.
Händel gaat naar Hannover en wordt hofkapelmeester bij de jongste broer van keurvorst Georg Ludwig van Hannover, maar mag naar London, waar hij voor het eerst in 1710 en later nog eens in 1712. Georg Ludwig aasde nl op de engelse troon en stuurde Handel "zo'n beetje vooruit". Hij wordt idd koning: Georg I
Zijn opera Rinaldo was een megasucces was in Engeland. Hij had het speciaal voor het engelse publiek geschreven en wel in het Italiaans (dat was de mode). Hij scharrelde veel materiaal van zijn opera's uit zijn Italiaanse tijd bij elkaar en was snel klaar. Het was het begin van Handels grote opera succes in UK. Hij bleef daar dan ook. We gaan horen Lascia Ch'io Pianga. En ja het is nagenoeg die Sarabande die we eerder hoorden (Bartolli). De autograaf (het origineel):
Handel inmiddels een jaar of dertig en verdient geld als water (hij deed het een stuk beter dan JSB, die in Duitsland cantates bleef schrijven en een brave Lutheraan was.In London schrijft Handel zijn beroemde Water musik ter gelegenheid van de Theemstocht van Georg I in 1719. Op een aparte boot waren vijftig muzikanten, terwijl de rest van de Theems vol lag met Georg en zijn orkest en vele andere bootjes. Een soort Grachtenconcert avant la lettre, zeg maar. Dat moet er zo ongeveer hebben uitgezien:
Son nata a lagrimar
Son nata a lagrimar
Son nato a sospirar,
e il dolce mio conforto,
ah, sempre piangerò.
Se il fato ci tradì,
sereno e lieto dì,
mai più sperar potrò.
Son nata a lagrimar
Son nato a sospirar,
e il dolce mio conforto,
ah, sempre piangerò
Ik ben geboren om te huilen,
Ik ben geboren om te zuchten,
en voor mijn zoete troost,
ach, zal ik steeds huilen.
Als het lot ons heeft verraden,
op een serene en blije dag
zal ik nooit meer kunnen hopen.
Ik ben geboren om te huilen,
Ik ben geboren om te zuchten,
en voor mijn zoete troost,
ach, zal ik steeds huilen.
Ombra mai fu
Di vegetabile
Cara ed amabile
Soave più
Cara ed amabile
Ombra mai fu
Di vegetabile
Cara ed amabile
Soave più
Soave più
Ombra mai fu
Di vegetabile
Cara ed amabile
Soave più
Cara ed amabile
Ombra mai fu
Di vegetabile
Cara ed amabile
Soave più
Soave più
Never was a shadow
Of a vegetable1,
Sweet and kind,
More agreeable
Sweet and kind
Never was a shadow
Of a vegetable1,
Sweet and kind,
More agreeable
More agreeable
Never was a shade
Of a vegetable,
Sweet and kind,
More agreeable
Sweet and kind
Never was a shadow
Of a vegetable,
Sweet and kind,
More agreeable
More agreeable
Reacties
Een reactie posten