G03 De Nederlanden vanaf de 19de eeuw

Het heeft even geduurd, maar na achttienhonderd kwamen de Nederlanden op muziekgebied op gang. Dat kwam vooral omdat de cultuur zich verplaatste van de adellijken naar de gegoede middenstand. De komst van het concertgebouw in 1888 was daar een uitvloeisel van. We vinden veel van de toenmalige componisten terug op de naambordjes in de grote en de kleine zaal van dat concertgebouw.

We beginnen met de Hagenaar Johannes Verhulst (1816-1891). De jonge Jan had talent, maar zijn ouders zagen dat volstrekt niet zitten. Hij moest het drukkersvak in. Het aardige is dat hij bij een muziekuitgeverij terechtkwam en dan is de beer los, zeg maar. Hij kreeg zijn opleiding (als tienjarige op het conservatorium) in Den Haag (daar zat de chique). De rondreizende Felix Mendelssohn zag zijn Ouverture in b-klein (1835). Jan werd zijn leerling en vetrok naar Leipzig, waar hij ook orkesten leidde. Koning Willem II wilde hem hebben als dirigent van de hofkapel in Den Haag, kortom Jan werd heel belangrijk en haalde oa Liszt binnen voor concerten te geven in Den Haag. Jan stond bekend om zijn behoudzucht. Van de nieuwe generatie componisten (Wagner, Bruckner, Richard Strauss moest hij niets hebben).



Jan schreef vooral liederen en wordt ondanks dat hij op de eregalerij vh concertgebouw staat, nauwelijks uitgevoerd. We horen nog een lied: "een bloempje op de hei", waarin de ambitie naar Schubert en Schumann duidelijk doorklinkt, maar dan in het Nederlands.... Toen hij zeventig was werd hij erelid van Diligentia (Den Haag dus) en meteen tot zijn schrik ontslagen. Ze waren hem een beetje beu. Op 74jarige leeftijd overleden.

De Familie Röntgen. Nederland heeft ook zo zijn componisten families gekend. De bekendste voorbeelden zijn de Röngtens en de familie Andriessen. Het is leuk om de beide clubs door te spitten en daarmee door de Nederlandse muziekgeschiedenis te lopen. We zien dan gelijk hoe het zit met onze Paul Witteman, een rechtstreekse afstammeling. We beginnen met Engelbert Röntgen (1829-1897), zoon uit een koopmansfamilie (Deventer) en met een grote muzikaal talent als violist en muziek pedagoog, die in Duitsland terechtkwam. Helaas: geen muziek van hem kunnen vinden. 


Hij trouwde met een pianiste en kreeg een zoon Julius Röntgen (1855 (Leipzig)-1932 (Utrecht)). Deze Julius bleek een "wonderkind" die al op vroege leeftijd door Duitsland toerde (piano). Toen hij in NL was vond hij het culturele leven op een laag niveau en hij was een vd oprichters van het CONCERTGEBOUW. Toen Brahms hier langskwam vond hij het niveau van het orkest zo laag, dat hij besloot om alleen maar in Amsterdam gaan eten.....

Julius heeft zeer veel werk geschreven: 24 symfonieën, 7 pianoconcerten, 14 cellosonates. We horen uit zijn derde PC in in d-klein het  Allegretto con Grazia. Het heeft een overduidelijk romantische inslag.
En als toegift een pianostukje Fantasiestück Andante Expressivo (Schumann achtig). Julius trouwde (1880) met de Zweedse Amanda Röntgen Maier (1853-1894). Dat speelde zich af in Leipzig, waar "schoonvader" Engelbert concertmeester was. We horen uit Zweedse wijsjes en dansen nr. 3 Andante en een van haar liederen: Zingen (Zweeds). Het klinkt duits ..... Amanda krijgt twee kinderen: Julius jr en Engelbert jr (violist, cellist). Zie sterft als ze 41 is aan tbc. 

Julius trouwt opnieuw; met de 15 jaar jongere pianiste Mien van der Hoeve. Uit dit huwelijk komen drie muzikanten en een architect.
Het aardige van Julius Röntgen is, dat hij tot op hoge leeftijd productief bleef. Uit 1928 een stuk uit een fagot sonate (poco agitato). Het klinkt een stuk moderner dan in het begin. Op 74jarige leeftijd (1932) overlijdt deze veelzijdige componist in Utrecht. Hij woonde in het door zijn zoon ontworpen Villa Gaudeamus (Amsterdamse school). Die zoon ontwierp ok het Kees Boeke paviljoen in Bilthoven.


Een van de zonen Johannes Röntgen (1898-1969) was een gerenommeerd pianist en een liedjesschrijver. Uit Trijntje Fop twee liedjes door Jasperina de Jong en Liewe Visser op tekst van Kees Stip: De Duizendpoot en Op een Geit

Nog even de relatie met Wilhelm Conrad Röntgen (1845-1923, die van de Foto's): Hij was een achterneef van Englebert sr (de violist). Willem was destijds van school verwijderd en mocht derhalve niet in Utrecht studeren en week uit naar Zwitserland. Hij ontdekte de ioniserende straling, die een omwenteling in de diagnostiek in de geneeskunde betekende.
Tot zover over de uiterst veelzijdige familie Röntgen. 

Het wordt tijd voor de twee tijdgenoten uit 1862: 
Alphons Diepenbrock (1862-1921) en Johan Wagenaar (1862-1941)
De Amsterdamse Alphons is een bijzonder geval. Hij is van chique komaf en trouwde ook chique. Het was zo iemand die de muziek erbij deed. Hij werd classicus en was aanvankelijk leraar aan het stedelijk gymnasium in Den Bosch (tot 1894). Later in Amsterdam gaf hij privéles in de klassieken om zich aan het componeren te kunnen wijden. Het was een pure autodidact, die zich liet beïnvloeden door Wagner, Debussy en onze eigen Sweelinck en vooral ook Mahler, zonder impressionistisch te zijn, omdat hij gedurende zijn leven veel van stijl veranderde, waarbij hij vaak de menselijke stem gebruikt.


Toorop

We horen: De Klare Dagh (1881)Het heeft een lang voorspel en is romantiek.

De klare dag, die schoon en glansrijk lacht,

Heeft schaamrood `t wilde wolkenheir verdreven,

De rust aan't moegeteisterd loof hergeven,

En zonnig zwijgen over d'aard gebracht.


De koelte (stilte)waart verkwikkelijk door de dreven,

Slechts tusschen vochte blaad'ren drupt het zacht,

Breed straalt des hemels blauw in effen pracht,

Waarlangs de vlokkig donzen wolkjes zweven.


O Eudia! Gezegend tooverwoord!

Dat vredebrengend als gewijde zangen,

Of als Homerisch lied mijn ziel doortrilt,


Gij hebt de stormen in mijn borst gestild!

Met plechtig zwijgen mijn gemoed ontvangen,

En slechts mijn tranen druppen zachtkens voort.


Claire de Lune (rond 1900) met Roberta Alexander en Rudolf Jansen (Verlaine)

Votre âme est un paysage choisi
Que vont charmant masques et bergamasques
Jouant du luth et dansant et quasi
Tristes sous leurs déguisements fantasques.

Tout en chantant sur le mode mineur
L'amour vainqueur et la vie opportune
Ils n'ont pas l'air de croire à leur bonheur
Et leur chanson se mêle au clair de lune,

Au calme clair de lune triste et beau,
Qui fait rêver les oiseaux dans les arbres
Et sangloter d'extase les jets d'eau,
Les grands jets d'eau sveltes parmi les marbres.


Een gedicht dat door diverse componisten is getoonzet (Faure).

Tenslotte Come Raggio di sol  met Mc Fadden en Theo van Doeselaar.

Come raggio di sol mite e sereno,

Sovre placidi flutti si riposa,

Mentre del mare nel profondo seno

Sta la tempesta ascosa:


Così riso talor gaio e pacato

Di contento, di gioia un labbro infiora,

Mentre nel suo segreto il cor piagato

S'angoscia e si martora.


Like a sunbeam, mild and serene,

upon placid waves seeks repose,

whilst within the sea's deep clutches

a tempest lies hidden:


So a blithe and calm smile sometimes

lets one's lips exude contentment,

midst the hidden sufferings of a wounded heart.


Hij overlijdt in 1921. Meteen is er een stichting opgericht op zijn werk veilig te stellen. Mooi toch, want het is een prachtige componist.


We gaan naar Johannes Wagenaar (1862-1941). Alphons en Johan schelen een maand dus. Geboren Utrechter met ook daar zijn opleiding. Zijn ouder waren van verschillende "stand", waardoor hij de naam van zijn moeder kreeg, want ze mochten niet trouwen! Hij wordt wel een adept van de Hollandse school genoemd, al weet ik eigenlijk niet zo precies wat dat inhoudt. Misschien niet zo "goed" als Diepenbrock, maar wel een geweldig belangrijke pedagoog. (Mijn pianojuf heeft nog les gehad van zijn dochter (Nelly wagenaar, in Amsterdam)). Je komt veel minder muziek tegen op internet. Een hemelvaartslied en ouverture de Getemde Feeks (Shakespeare blijspel). Zijn populairste stuk....



We gaan naar de Helmonder Matthijs Vermeulen (1888-1967). Als zoon van de smid zou hij zijn vader opvolgen, maar Thijs werd ziek en ging naar het seminarie, waar hij kennis maakte met Palestrina (in het Jezuïetenklooster). Hij bekeerde zich tot de muziek en wilde componist worden. Hij werd opgemerkt door docenten vh A'damse conservatorium. De straatarme jongen kreeg twee jaar gratis les! Hij raakte bevriend met Diepenbrock en had een scherpe pen voor muziekkritieken. Eens stuurde hij zijn werk naar Willem Mengelberg (dirigent vh KCO, hield voornamelijk van de Duitse school). Die keurde het dus af. Het Amsterdamse beleid was sowieso conservatief en star, en net zoals in de tijd van Andriessen en Reinbert de Leeuw, schreeuwde hij in de zaal dat het anders moest. Maar er veranderde NIETS. Ook zijn tweede symfonie liep op niets uit.We horen een stukje Nederlandse avant Garde uit de tweede.

Teleurgesteld gvertrok Matthijs met zijn gezin nr Frankrijk (1921), waar hij symfonie 3 componeerde en in leven bleef door artikeltjes te schrijven  als correspondent voor het Soerabaja handelsblad. 


Thijs was zo arm, dat zijn vrouw stierf aan ondervoeding en een zoon sneuvelde in het leger (1944). Na de oorlog terug naar NL, waar hij trouwde met Thea Diepenbrock (de dochter van). Thijs maakte moeilijk toegankelijke muziek, die vaak onspeelbaar leek. Na de dood van Mengelberg, pakte Eduard van Beinum zijn werk op. Zijn tweede Symph werd uitgevoerd.

We luisteren naar een wees gegroet Maria (De Dageraad).
Pas na zijn dood in1967 kreeg Matthijs de waardering die hij verdiende door het verschijnen van zijn biografie en vooral het de herwaardering van zijn werk.

Een andere componist die van belang was voor het Nederlandse muziekleven was Willem Pijper (1894-1947). Hij was van protestants-christelijke huize en had een zwakke gezondheid. Maar wel een enorme muzikaal talent. Hij ging naar Utrecht en kreeg les van Johan Wagenaar. Behalve componeren klom hij ook vaak in de pen als muziekcriticus van het Utrechts Nieuwsblad, waar hij de dirigent van het USO kapot schreef, terwijl hij dat niet geheel belangeloos deed door er zelf adviseur te worden. Maar goed.
Hij componeert in het begin redelijk behoudend. Zo horen we uit 1916 een Passepied voor Carillon en een deeltje uit zijn Sonatine 1: Giocoso (levendig) (het is sprekend Moussorski). Twintig jaar later klinkt zijn muziek een heel stuk moderner. Deel 1 uit zijn sonate voor 2 piano's (Jusse): Allegro Aperto/ Heel brede en toch wel mooie muziek die tussen atonaliteit en polytonaliteit hangt: meer dan twee toonsoorten tegelijk  in een stuk! Hij liet zich inspireren door Mahler en later vooral door Strawinsky.

Ook uit zijn strijkkwartetten  hoor je de muzikale ontwikkeling die Pijper heeft doorgemaakt:
Eerste strijkkwartet (1914): Allegro Moderato klinkt op het romantische af, terwijl zijn laatste uit 1946 toch wel iets anders is: Uit het vijfde:  Poco Adagio
Willem gaf les aan diverse conservatoria: Amsterdam en Rotterdam en overleed in Utrecht 53 jaar oud.

Het is tijd voor de prima donna onder de Nederlandse componisten: Henriette Bosmans (1895-1952)
Het is tekenend dat de Engelse Wiki meer aandacht besteedt aan deze vrouw dan de Nederlandse. Maar niet getreurd. Je kunt zeggen dat Henriette een product is van de nieuwe generatie musici. Vader en moeder waren cellist resp pianist en verbonden aan het Concertgebouworkest. Haar vader stierf toen ze één was, en haar moeder gaf haar pianolessen. Ze behaalde cum laude haar papieren en trad op in het concertgebouw. Van 1914 (19de jaar) begon ze te componeren. Eerst voor piano en later voor viool en zang.
We horen twee deeltjes uit haar vioolsonate uit 1918: Presto en Adagio, waarbij ze probeert haar eigen stijl te creëren. Ze neemt les bij Willem Pijper.
Henriette gaat samenwonen met de Souffragette en verzetstrijder Frieda Belinfante (celliste)
Ze draagt haar tweede celloconcerto aan haar op. Ik kan het alleen niet terug vinden. We luisteren daarom naar het concertino voor Fluit en orkest (wedstrijdstuk 2de prijs).
Henriette verlooft zich met de violist Francis Koene, maar het noodloot slaat toe, Francis overlijdt., waarna Henriette in een dip terecht komt. Erger nog, ze mag vanwege haar Joodse moeder niet meer optreden (oorlogstijd dus).
Maar wonder boven wonder herneemt ze zich en slaat weer aan het componeren.  Voornamelijk Liederen.We horen Lead Kindly Night (uit 1945). Ze gaat samenwonen met de Mezzo-Sopraan Noami Perugia. Zo kwam het toch weer een beetje goed, maar ze overlijdt te vroeg in 1952 (56jr oud).

We eindigen de Nederlanden met de grote katholieke familie Andriessen (Hilversum/Haarlem/DenHaag/Utrecht). We krijgen op deze manier nog een keer een overzichtje van de laatste jaren Nederlandse muziekgeschiedenis. Mocht je er niet geheel uitkomen, wie bij welke generatie hoort, dan is deze Wikipagina gewoon wel handig. Omdat de familie RoomsKatholiek was, zijn er weinig tot geen echtscheidingen, dat houdt de boel wel overzichtelijker.
CORNELIS
  • Nicolaas Hendrik (x Gesine Vesters)
    • Willem
    • Hendrik (Johanna Anschütz)
      • Heleen
      • Nico (architect)
        • Juriaan Hendrik (componist, graficus)
      • Juriaan
        • Gijs
      • Ceacilia
      • Louis
    • Mari
    • Johanna Caecilia (x Witteman)
      • Wim
        • Sylvia
      • Paul (de presentator)
  • Hendrik Fransiscus
  • Maria
  • Cornelis
De "Stamvader" is Cornelis (1815-1893), geboren en overleden te Hilversum. Hij was aanvankelijk een ambachtsman (timmeren en winkelier), maar ging ook de muziek in en richtte zangvereniging Crescendo op. Hij kreeg les van Johannes van Bree, De Herinnering). Uit het huwelijk met Christien van Rooijen werden vier muzikale kinderen geboren: Nicolaas Hendrik, Hendrik Fransiscus, Maria en Cornelis. Van al deze muzikanten is NIETS van hun werk te vinden. Het is jammer. Dan maar werk van hun leermeesters/tijdgenoten.
Nicolaas Hendrik (1845-1913) componeerde vooral liederen voor zangkoren. Goed om te bedenken dat dit soort lieden hebben bijgedragen tot de enorme koortraditie die Nederland kent. Hij was getrouwd met kunstenares Gesine Vester (1857-1939) (Haagse school; landschappen met vee):
Nicolaas was de vader van Willem  en Hendrik.
Hendrik Fransiscus, trad in de voetsporen van zijn vader als koordirigent. Van zus Maria is weinig bekend.
De jongste Cornelis jr. kreeg les van Bernard Zweers (1854-1924). Dus we beperken ons tot deze musicus. Hij schreef Symphonie het Vaderland, en we luisteren naar een stukje. Het is kenmerkend voor zijn tijd: nationalistische muziek. Het duurt bij elkaar wel ruim een uur.

Nicolaas Hendrik (de oudste zoon), die met die schilderes trouwde, kreeg vier kinderen (we zitten in de derde generatie), waaronder Willem en Hendrik (bekenden), Mari (Beeldhouwer) en Johanna Cecilia. Natuurlijk is het aardig om van deze generatie het een en ander te laten horen.

We beginnen met Willen Andriessen (1887-1964). We luisteren naar een Ave Maria. Hij won met Piano al vroeg prijzen en werd hoofd van het Amsterdams conservatorium (buitenlandse aanbiedingen sloeg hij af).

Hendrik Andriessen (1892-1981). Kenmerkend is ook de katholieke inslag die deze componist heeft. Zijn werk is complentatief (overdenkend) en ook liturgisch.  Als katholiek is hij in de oorlog in het beroemde kamp Sint Michielsgestel terechtgekomen, waar de Duitsers de intelligentia als een soort gijzelaars vastzetten. We luistern naar een kort stukje: The convex looking Glass en een kort koorwerk Stornello (de spreeuw).
Hij was verbonden de Unie van Nijmegen en het Amsterdamse conservatorium. Kortom een druk baasje.

Mari Andriessen (1897-1979) was de beeldhouwer van de familie. Het bekendste werk van hem is De Dokwerker. Hij heeft sowieso veel oorlogsmonumenten gemaakt incl heiligenbeelden:
Johanna Cecilia (1902-1986) is eigenlijk bekend om het feit dat ze de zus is van haar bekende broers (tja) en de moeder is van de zonen Wim en Paul Witteman (1946). Wim is dan weer de vader van Sylvia Witteman (1965).

Het is Hendrik Andriessen (1892-1981), die de muzikale lijn van de familie heeft doorgezet we zitten nu in de vierde generatie. Hij trouwde met Johanna Anschütz en kregen zes kinderen: Heleen, Nico, Juriaan, Ceacilia, Louis.(en nog een).
Heleen Andriessen (1921-200) was wel zeer muzikaal (fluitiste), maar componeerde niet. Haar vader (Hendrik) heeft voor haar een afstudeerstuk geschreven: Variaties op een thema van Couperin. Het klinkt heel klassiek voor deze periode).
Komen we bij de architect Nico Andriessen (1923-1996), verder geen muziekmaker dus, maar wel de vader van Juriaan Hendrik Andriessen (1951-  ). Een veelzijdig kunstenaar, die schrijft, grafiek maakt, en componeert. Bekend is zijn "portret van Hedwig". Het is een grafische compositie van een portret van zijn vrouw Hedwig, dat uit notenschrift bestaat.

Het lijkt een een grafische portret maar schijn bedriegt. Het leuke is ook, dat de muziek speelbaar is en is opgenomen in een 46tal miniaturen. We gaan er een horen: Canon 9. Deze klinkt een beetje jazzy, en wordt geschaard onder minimal muziek. Het is de moeite waarde om alle verschillende stijlen aan te horen....

We komen aan bij een andere broer Juriaan Andriessen (!925-1996). Hij studeerde bij Messiaen en Copland en legde zich toe op filmmuziek. Zoals de Troonrede/ Het werd vaak uitgevoerd op prinsjesdag met Beatrix en ook tijdens de inhuldiging van het huidige vorstenpaar.
Een andere bekende is de muziek uit "twee druppels water" uit 1963. 

De zoon van Juriaan, Gijs Andriesen (1957-..) heeft zijn heil ook in de film gezocht en gevonden. Hij woont in Rio de Janeiro, en heeft een band. We horen Desertsong van zijn van band JazzCatNine

We gaan naar het volgende "kind" Caecilia Andriesen (1931-2019). Ze studeerde piano en trad vaak op met haar broer Louis (komt zo). Ze heeft vooral veel lesgegeven en educatieve werkjes gemaakt. Het stelt muzikaal misschien minder voor, maar wel belangrijk dat er geschreven wordt voor BEGINNERS.
We horen easypop 8 uitgevoerd op een leerlongen middag.

We komen bij de laatste: Louis Andriessen (1939-2021). Wellicht voor ons de bekendste uit de dynastie. Samen met Reinbert de Leeuw, Peter Schat, Van Vlijmen, Misha Mengelberg  (en Harry Mulisch, Hugo Claus)) zette hij zich af tegen het conservatieve concertgebouworkest en verstoorde destijds een uitvoering (dat gebeurde dus wel meer). Het haalde natuurlijk de landelijke pers. Ze noemden zich de "Aktie Notenkraker". Alles was in de tijdgeest van de jaren 60/70: provobeweging, actie tomaat (theater). De programmering van het orkest werd te ouderwets bevonden. Veel ruzie en reuring dus in die tijd. Als 20jarige deed ik in die tijd ook mee met demo's in Amsterdam. Het was de tijd van lange haren, Beatles, weg met gezag, lieverdje,....

Hij schreef voor ongebruikelijke bezettingen en richtte zijn eigen orkest De Volharding op, waar zijn vrouw basgitarist was. Kortom Louis was een echte muzikale vernieuwer. Met Reich en Strawinsky als inspiratie. Hoketus (1977) is zo'n langdurig minimalistisch stuk: veel herhalingen met verschuivende patronen. Zijn doorbraak kwam met De Staat, een modernistisch minimal music stuk, dat bestaat tetrachorden (groepjes van 4 opeenvolgende noten in een toonladder).
Zo schreef Louis werk voor het 125jarige KCO. Haitink was geen vriend van Louis overigens.
We eindigen Bachs Prelude in A. Nederlandse componisten werden uitgenodigd om een antwoord te schrijven op de preludereeks van Bach. Louis nam de handschoen als eerste op en componeerde Fanfare.
Mooi om hier te eindigen. De familie Andriessen symboliseert op een mooie manier hoe de Nederlanden wat meer op de kaart werden gezet.

Waar werden in NL concerten gegeven: Bedenk dat de gegoede burgerij ook wel eens een uitje wilde en de zaken financierden.

Utrecht Tivoli:
Van Steen:


Van hout na 1955:

Tegenwoordig hebben we aan het Vredenburg een Tivoli, dat alweer aan z’n tweede leven bezig is.

Den Haag: Natuurlijk in de "paleisjes", zo groot was het niet, en de ridderzaal.

Diligentia. Een oud gebouw dat nog steeds in gebruik is:
De Oude Doelen, waar Mozart optrad:

Rotterdam
In Rotterdam hadden we de Doelen (de naam komt van de schuttersverenigingen) aan de Bierstraat en de Coolsingel. Hier het gebouw tijdens de eeuwwisseling.



Na veel bouw en herbouw is tijdens het bombardement in 1940 alles verwoest. In 1966 werden de Nieuwe Doelen aan het Schouwburgplein geopend.

Amsterdam
Het gebouw voor volksvlijt: Prachtig gebouw dat in 1929 door brand werd verwoest


Maar het concertgebouw staat natuurlijk ook al even. Het is een van de beroemdste muziekgebouwen ter wereld (met Musikvereins, Carnegie, Gewandhaus):
Tenslotte Nijmegen:
We hadden hier aan het begin van de vorige eeuw een societeitsgebouw De Vereeniging met een concertaccommodatie. Er was een hoop activiteit, maar Mengelberg weigerde er met zijn orkest op te treden:
Na een grondige herbouw door Oscar Leeuw was in 1915 het nieuwe gebouw gereed. We zitten met het concertgebouw in een prachtig historisch gebouw:
Een Impressie YT

En Oh ja, het pauzemuziekje is van Andriessen (welke?):


Reacties

Populaire posts van deze blog

J02 Franz Liszt

J01 Met Maria op stap

I01 Saint-Saëns