H03 Gabriel Fauré, Henri Duparc en Erik Satie
Gabriel Fauré
Na figuren als Rameau in de Barok, is het vooral de romantiek die in Frankrijk belangrijk is. Sain Saëns was bijvoorbeeld een van de belangrijke representanten van die periode. Een figuur die eruit springt is Gabriel Fauré, het was een veelzijdig componist die later een enorme start van dienst verwierf door de hoge kwaliteit en populariteit van zijn composities.
Gabriel werd geboren in 1845 in Pamiers een stadje bij de Pyreneeën in Frankrijk als zoon van een onderwijzer en een moeder van verarmde adel. In ieder geval "hoog genoeg" om in de kerk achter een harmonium of orgel te kruipen. Zijn familie had niets met muziek, maar een oude blinde vrouw, zo gaat het verhaal, hoort hem spelen en tipt zijn vader dat hij talent heeft. Hij wordt naar een katholieke muziekschool (olv Niedermeier) in Parijs gestuurd. Hij is dan pas negen jaar. Zijn studie wordt gefinancierd door het bisdom en Gabriel krijgt een degelijke opleiding onder sobere omstandigheden. Als Niedermeier overlijdt neemt Saint Saëns de leiding over. Hij ziet het enorme talent en laat Gabriel kennismaken met Schumann en Liszt. Onvergetelijke momenten voor Gabriel. Hij blijft SS daarvoor eeuwig dankbaar. Vrienden voor het leven dus.
Gabriel wint prijzen en componeert al vroeg een van zijn bekendste werken: Cantique de Jean Racine voor SATB, waarmee hij de eerste prijs op zijn school wint. Het klinkt tamelijk conventioneel, en is voor veel koren dankbare muziek.
Gabriel wordt organist in Rennes, waar hij zich verveelt en de priester twijfelt aan zijn religieuze opvattingen. Hij loopt de kantjes ervan af, zeg maar. Hij geeft veel les en componeert weinig tot verdriet van SS. Hij wordt ontslagen en SS bezorgt hem een nw baantje, maar hij komt terecht in. de Pruisische oorlog, gaat in dienst en overleeft het met een erekruis van verdienste.
Gabriel komt als organist terecht in de Madeleine en schrijft zijn 1ste vioolsonate. We horen het levendige allegro-vivo. Het laat vooral de voorliefde van Gabriel voor de piano horen: virtuoos, maar ook dynamische muziek.
In 1877 (32jr) raakt zijn verloving uit en SS neemt hem ter troost mee op reis naar Weimar, waar Frans Liszt woont. Ook ontmoet hij Wagner en bezoekt veel van zijn opera's (Ring etc.). Hij houdt van zijn muziek.
Het was ook bekend dat Gabriel het goed deed bij de vrouwen. Ondanks zijn huwelijk met Marie Frémier, houdt hij hij er diverse relaties op na.
Gabriel componeert "Claire de Lune", waarbij hij zijn stijl overgaat naar wat modernere muziek. Het is de prinses de Polignac die hem vraagt het voor orkest te arrangeren (we kennen haar als mecenas van Debussy en Ravel!). Net zoals bij de Cantique is er een lang voorspel, voordat de zang losbarst (Menuet!). het is een van de populairste stukken van Gabriel, waarbij de zangmelodie bijna onafhankelijk van de begeleiding is.
Deze periode is sowieso vervult van hits, want hij componeert ook zijn requiem, dat hij, zo zegt hij zelf voor de lol schreef. Hij wilde uitdrukking geven aan de diepste fictieve religieuze gevoelens. Het werk is aangevuld en herschreven en uitgevoerd op diverse uitvaarten. Inclusief die van hemzelf.
We luisteren naar het Piu Jesus. Hij vond het zelf een wiegenliedje van de "dood". Kortom niet te somber....
Tussen 1890 en 1895 is er weinig werk van Gabriel bewaard gebleven. Het meeste gooide hij weg of hij bewaarde wat thema's. Van zijn liedjes krijg hij weinig roaylties van zijn uitgever (uitgekocht) en van zijn vrolijke jeugd bleef weinig over. Gabriel werd depri.
Geholpen door vrienden overwint hij zijn depressies en leert Emma Bardac kennen. Ze heeft een dochtertje dat Dolly heet en daarvoor schrijft Gabriel zijn Dolly Suite. Een vierhandig pianostuk. We horen de Berceuse (zusjes Lebeque). Superbekend.
In deze periode schrijft hij zijn Trois melodies op.85. We gaan de eerste horen: Dans la forêt du septembre. Het is romantiek, maar toch wel met heel vernieuwende akkoorden. Fauré eigen. Met zijn "Lied" onderscheidt hij zich van het Duitse.
Gabriel vindt ook tijd om opera's te schrijven, maar die blijken minder populair te zijn dan zijn liederen. Hij componeert vooral in de vakantietijd. Het liefst aan een meer in Zwitserland, weg van de management perikelen aan het conservatoire.
Gabriel was een aimabel mens, zo zeggen zijn biografen. In het buitenland wordt hij ook steeds populairder. Met name in het Verenigd Koninkrijk rijst zijn ster. Zo heeft hij veelvuldig contact met Elgar en is hij te gast op Buckingham Palace. Hij krijgt last van doofheid en geluidsvervorming, terwijl hij aan velen (Elgar, Copland, Strauss, Ravel, Albeniz) lessen en adviezen geeft.Zoals overal zijn er ook de moderne componisten die ageren tegen het oude, terwijl ook WOI uitbreekt en iedereen de Duitse muziek wil afzweren. Gabriel is veel te vriendelijk voor al dat tumult en nationalistische muziek herkent hij allemaal niet zo.
In 1920 wordt hij benoemd in het Legion d'honneur (uitzonderlijk) en krijgt alle palmares die hem toekomen. In 1922 wordt er een ereconcert voor hem geregeld. Kortom alom waardering.
Inmiddels werkt hij, ondanks zijn zwakke gezondheid (al tegen de 80) aan zijn strijkkwartet. Ravel had zijn strijkkwartet aan Gabriel opgedragen en vroeg of hij er ook een wilde schrijven. Fauré vond het eigenlijk te moeilijk en in combinatie met zijn slechte gehoor aarzelde hij. Uiteindelijk schreef hij het toch. We luisteren naar het prachtige langzame deel Andante. Verstilde muziek.
Faure overlijdt 4 nov 1924 aan een longontsteking. Hij krijgt een staatsbegrafenis in de Madeleine (waar hij zelf organist was). Het is mooi om met een deeltje uit zijn requiem te eindigen: In Paradisum
Henri Duparc
Een ander voorbeeld van late Franse romantiek is de componist Henri Duparc (1848-1933). Hij wordt 85 jaar, maar heeft nagenoeg geen werk achtergelaten. Als leerling (aan het jezuitencollegen) van Cesar Franck voltooid hij zijn opleiding. Hij raakt bevriend met Saint Saëns en maakt verschillende composities. Met SS is hij actief.
Hij lijdt aan wat we tegenwoordig een Chronisch vermoeidheidssyndroom noemen (neurasthenie). Ook in die tijd werd deze psychische ziekte erkend.
Henri stopt met componeren, hij kan het emotioneel niet meer aan. Hij vernietigt heel veel werk. Wat overblijft zijn een 40tal composities, waarvan 17 liederen het bekendst zijn. We laten SOUPIR horen. Een superromantisch lied met een begeleiding die ademhaalt, zeg maar.
Soupir
Chanson triste (Jean Lahor))
Tot overmaat van ramp mislukt er ook nog een staaroperatie en blindheid wordt zijn deel. Zijn katholieke geloof houdt hem op de been. Eigenlijk is hij herontdekt in de jaren zestig en terecht als een volwaardige liedcomponist er- en herkend, maar dan wel bijna zonder muziek.....
In 1933 overlijdt hij in onbekendheid.
Erik Satie
Nu we toch in de overgangstijd zitten van de 19de naar de 20ste eeuw, mag Erik Satie niet ontbreken. Geboren in 1866 in Honfleur (Normandie) en overleden in 1925 (Parijs). In Honfleur zit hij in een prep-klasje voor musicale kinderen en krijgt ook Klassieke Talen.
Na een halve conservatorium opleiding in Parijs (hij was de meest luie leerling van de school), ging Satie volstrekt zijn eigen weg en bewandelde onconventionele paden. Sommigen vonden zijn muziek kinderlijk, anderen vernieuwend. Kortom controversieel. Reinbert de Leeuw heeft hem destijds ten tonele gevoerd. Door zijn niet-conventionele houding was hij wel bekend.
Hij ging naar het leger maar dat werd ook al niks en hij ging weer bij zijn ouders wonen in Montmartre vlakbij de nachtclub "Le Chat Noir", waar hij barpianist werd.
In deze periode (1885-1890) (24jr) schrijft hij zijn eerste grensverleggende werken: De Gnossiennes en Gymnopediens. Korte pianostukjes met merkwaardige harmonieën tussen dissonant en consonant (vals en mooi). Gymnopediens komt uit het Grieks en niemand weet precies wat het precies betekent: een dans voor mannen zonder kleren of wapens?
We gaan nr een horen. Financieel had Erik het altijd moeilijk. Debussy (notoire kroegtijgers) promootte zijn werk door zo'n Gymnopedie te orkestreren. Het klinkt prachtig! Vanwege zijn Protestantse Moeder en Roomse Katholieke Vader was Erik geïnteresseerd in spiritualiteit. Hij wordt lid van de Rozenkruisers, waarvoor hij muziek schrijft (1889-1892) (26jr). Daarna sticht hij zijn eigen "kerk": Église métropolitaine d’art de Jésus-Conducteur, waarvan hij natuurlijk zelf zijn eigen hoeder wordt. Uit deze periode komen de wat serieuzere composities. Uit zijn mystieke periode dus: Messe De Pauvres, of Preludes tgv het feest van de Normanische ruiters... Verstilde, op het saaie af, pianomuziek en daarom misschien ook weer aantrekkelijk (Reinbert de Leeuw was er dol op).
Reacties
Een reactie posten